De Olympische Spelen zijn nog in volle gang en de sprinters doen het geweldig tijdens het baanwielrennen. Goud voor de mannen op de teamsprint, goud voor Shanne op de keirin en Harrie op de sprint, het zilver voor Jeffrey en een mooie vierde plek voor de vrouwen op de teamsprint. Dat is de oogst tot nu toe, nu ik deze blog schrijf. Super prestaties en dat wil ik ook! Met de teamsprint maken we mooie stappen en ook individueel biedt het mogelijkheden.
Toen ik mijn vorige blog schreef, had ik het over het behouden van de motivatie en hoopte ik nog op het rijden van de Nations Cup wedstrijd in juli. Die ging niet door en dus was het na onderlinge wedstrijden in Apeldoorn tijd voor vakantie. Het was fijn om er even uit te zijn en nu focus ik me weer op de toekomst. Daarin is de teamsprint zeer belangrijk en die is voortaan ook anders dan hoe hij nu nog is op de Spelen. De vrouwen rijden daar namelijk met twee rensters en in de toekomst worden er dat drie, zoals de mannen dat ook doen.
De wijziging is ook doorgevoerd om het gelijk te trekken met de mannen. Waar het op neer komt is dat we niet met twee, maar met drie rensters rijden en dat we één ronde van 250 meter langer rijden. Daar zullen we nu dus ook meer op moeten trainen, want je moet je ook specialiseren op die derde ronde. Ik kijk daar naar uit, want ik vind de teamsprint een heel mooi onderdeel, vooral omdat je het nu ook echt als een team doet.
Eerst was het natuurlijk met zijn tweeën en dan voelde het ook echt meer als een duo. Nu heb ik echt het idee dat we met elkaar een team zijn en dat we dit met elkaar gaan doen. Wat ik daarbij heel leuk vind is dat het heel hard gaat en vooral ook heel technisch is. De andere onderdelen die wij rijden zijn veel tactischer en als je dit technisch heel goed uitvoert en je benen zijn goed, dan ga je in de teamsprint echt heel hard. Dat geeft mij wel een kick, omdat iedereen zo zijn eigen positie heeft in het team en zijn eigen opdracht heeft. Als dat goed gaat en het werkt zoals je het wilt, dan is dat een heel cool gevoel.
(Tekst gaat verder onder de foto)
In de teamsprint is mijn rol ‘de tweede ronde’. Kyra Lamberink is de startrenster. Zij moet gewoon heel hard weg kunnen uit de machine en mij zo snel mogelijk afzetten. Ik moet dan versnellen, het tempo vanuit haar start zo hoog mogelijk krijgen in mijn tweede ronde en dat proberen vast te houden. Ergens in de eerste halve ronde van mijn ronde zal ik een topsnelheid halen. Het liefst houd je die natuurlijk vast, om ook de derde renster zo hard mogelijk af te zetten. Dat is Steffie van der Peet, die dan het tempo zo goed mogelijk moet vasthouden en zorgen voor zo min mogelijk verval.
Wij hopen dat we met Nederland ook bij de vrouwen in gaat zetten op de teamsprint. Dat willen we graag en heeft bij de mannen ook zijn vruchten afgeworpen, zoals de afgelopen jaren wel te zien is geweest en je nu ook op de Spelen ziet. De komende jaren wil ik op de teamsprint heel graag podiumplekken halen op WK’s, EK’s en Nation Cup wedstrijden. Uiteindelijk gaan we voor goud in Parijs. Individueel presteren komt daar dan ook bij. Ik geloof dat, net als je nu bij de mannen en Shanne ook ziet, als je goed bent op de teamsprint, het niet perse zo is dat je minder bent op de sprint of de keirin. Misschien ook wel heel goed. Het is een heel mooi onderdeel om mee te beginnen en vervolgens in de sprint en keirin je eigen weg te gaan. Het rijden van de sprint en keirin heb ik ook zeker nog als ambitie, maar ik geloof dat het allemaal kan.
De teamsprint is dus de basis en dat vind ik ook gewoon een heel mooi onderdeel. Omdat we echt een team zijn moeten we heel goed van elkaar weten wat iedereen wil. Een mooi voorbeeld is het handboogschieten op de Olympische Spelen. Daar zag ik dat ze de ene schutter wat meer aanmoedigden, terwijl ze bij de ander wat stiller waren. Wij moeten ook heel erg gaan aanvoelen wat de anderen wel en niet kunnen hebben voor de start. Dat vind ik ook wel het mooie aan de teamsprint. Je houdt rekening met elkaar en natuurlijk heb je dat op individuele onderdelen dat minder.
Op die individuele onderdelen ben je gefocust op je eigen ritten en eigen mentale toestand, maar bij de teamsprint moet je ook weten hoe een ander ergens op reageert en hoe dat gaat. En zorgen dat iedereen tot zijn recht komt in een team. Als je individuele sporter bent, is dat minder van belang. Dat vind ik ook erg leuk aan de teamsprint. Zo leer je ook met andere karakters omgaan. Niet iedereen is hetzelfde en dat merk je ook in een teamsprint team.
Hetty
Foto’s: Tim de Boer